Dinsdag 10 Oktober: Death Valley

Na een dag zonder motor is het op deze dinsdag weer tijd om verder te trekken. Het gaat van Vegas naar Olancha via Death Valley.  Na al de belevenissen van de dag ervoor staan we vandaag iets later op.  We gaan immers ontbijten onderweg daar we geen ontbijt genomen hebben. En ‘s morgens is er even een raar momentje voor Chantal. Bij het naar buiten kijken, komt Chantal in oog in oog met een ruitenwasser die op zijn dooie gemak naar beneden aan het gaan is aan een kabel. Wel even verschieten zo. Gelukkig was ze aangekleed. Het vertrek is voorzien voor 9 uur. Uiteraard checken we eerst uit en gaan dan gelijk met de bagage via de toch wel lange gangen richting parking. De moto’s staan er nog zoals de avond daarvoor. Dat is toch wel een geruststelling. Na het optuigen en het uitrijden van de parking gaan we via een kleine omweg richting de strip. Deze volgen we voor een stukje en werpen nog een laatste blik op de gigantische en fenomenale hotels zoals de New York, Excalibur, Luxor en komen dan op een wat rustiger gedeelte. Daar stoppen we aan een naft station waar we ons tegoed doen aan Amerikaanse worst en andere ongezonde ontbijt ingrediënten zoals een donut en een koek. Moet ook wel eens kunnen als variatie op het ontbijt met eieren en spek. Na de strip gaan we op de 160 verder richting Death Valley. Het zijn geen spectaculaire banen, maar je merkt wel dat Vegas aan het groeien is. Stilletjes aan komen we meer en meer in de woestijn. Death Valley is een woestijnachtig dal dat deel uitmaakt van het Grote Bekken en de Mojave woestijn. Het dal loopt van noord naar zuid, tussen de Amargosa Range in het oosten en de Panamint Range in het westen. Het is ’s zomers één van de heetste plaatsen ter wereld, samen met enkele woestijngebieden in Afrika en het Midden-Oosten. Het Badwater-bekken in Death Valley is met 86 m onder de zeespiegel het laagste punt van Noord-Amerika. Het nationale park omvat een woestijngebied met zoutvlakten, rotsformaties, Canyons, zandduinen en bergen. Het dal kreeg zijn naam in 1849 van immigranten die de vallei over wilden steken op weg naar goud. Enkele goudzoekers raakten de weg kwijt en vreesden te zullen omkomen. Er werd besloten de groep te splitsen. De ene groep heeft het niet overleefd. Een vrouw uit de groep van overlevers zou toen ze de vallei verliet, zich omgedraaid hebben en hebben gezegd: “Goodbye, Death Valley”. Hier zou de vallei zijn naam aan te danken hebben. In de jaren 1850 werd er ook goud en zilver in Death Valley aangetroffen. In 1880 werd borax aangetroffen en gewonnen, wat uit het gebied vervoerd werd met door muilezels getrokken wagens. Al snel bleek deze manier van vervoer onrendabel en werd de boraxwinning beëindigd. Niettemin werd Christian Brevoort Zabriskie (de onderdirecteur van de Pacific Coast Borax Company) een bekende naam: Zabriskie Point is naar hem vernoemd. Death Valley werd pas in 1994 door president Bill Clinton tot National Park uitgeroepen, het was al wel sinds 1933 een National Monument, maar toen had het nog niet de huidige grootte. Met deze historie als achtergrond kon je wel indenken dat ondanks dat het eerdere dagen al warm was, bij het binnenrijden van de Valley nog warmer werd. De eerste stop is Dante views. Dante’s View is een uitzichtpunt en ligt 1669 meter boven de zeespiegel terwijl het vlakbij gelegen Badwater 85,5 meter onder de zeespiegel ligt. Vanaf dit meest hooggelegen punt in de omgeving kan men bij goede weersomstandigheden Mount Whitney zien. De naam is een verwijzing naar de Italiaanse schrijver Dante Alighieri en zijn beschrijving van diepte van de hel in De goddelijke komedie. Dante’s View maakt deel uit van de Black Mountains in de Amargosa Range, een vulkanisch gebied tijdens het Mesozoïcum. De weg naar Dante’s View leidt in de laatste kilometers via een aantal haarspeldbochten naar een parkeerplaats. Vanaf daar voert een kort wandelpad naar het uitzichtpunt. De weg daarnaar toe is al een leuk baantje. Daar kikken we altijd op natuurlijk. Boven op de parking als je éénmaal bent afgestapt, besef je pas echt hoe adembenemend het hier is. Je krijgt een zicht over de zoutvlakte van Death Valley dat aan je voeten ligt. Je kunt je zo al voorstellen dat er hier races over de zoutvlakte worden georganiseerd. Spectaculaire snelheid verbeteringen door stoere drivers komen in je gedachten. Rondom zie je een geweldig landschap. Na wat te hebben rondgekeken rijden we een stukje terug richting de 190. Die volgen we verder tot aan de volgende scenic view; Zabriskie point. Zabriskie Point is een bekend uitkijkpunt en is één van de heetste plekken op aarde en wordt gekenmerkt door zijn pastelkleurige golvende duinlandschap waar zo goed als niets leeft. De plek is niet alleen vernoemd naar Christian Brevoort Zabriskie (1864 – 1936), maar Zabriskie Point is tevens de titel van een film van Michelangelo Antonioni uit 1970. Een klein gedeelte van de film speelt zich ook daadwerkelijk af op deze plaats. Hier laten we de motors beneden aan de parking staan en moeten een toch wel steile helling omhoog. Op dat moment is het over de 30 graden. Maar het loont de moeite. Eénmaal boven gekomen krijg je een mooi zicht op de zoutvlakte van een heel andere hoek. Daar ontmoeten we een aantal Fransen die op doorreis zijn. Als we hen vertellen dat we op de motor zijn, krijgen we echt wow geluiden te horen. Ze zijn enorm onder de indruk en wensen ons nog een prettig reis. En als het al niet warm genoeg is gaan we naar een nog warmer gedeelte. Nu we hier toch zijn pakken we gelijk het onderste gedeelte van Death Valley mee namelijk Badwater. Badwater is een bekken dat genoteerd staat als het laagste punt van Noord-Amerika: 85,5 m onder de zeespiegel. De plaats zelf bestaat uit een kleine poel ontstaan uit een bron vlak naast de weg. De grote hoeveelheid zout uit het omliggende bekken zorgt er echter voor dat het water in de poel niet drinkbaar is, vandaar de naam “Badwater” (slecht water). In de poel kunnen toch enkele planten en dieren overleven, zoals pickleweed en de badwaterslak. Het laagste punt van het bekken is eigenlijk niet de poel zelf, maar ligt enkele mijlen verderop westwaarts en varieert van positie. Eénmaal aangekomen is het meer dan 35 graden. Dus vrij warm. Niettemin stoppen we hier ook om van dichtbij de zoutvlakte te zien en om een paar groepsfoto’s te maken. Alhoewel dat het voor mij eigenlijk wat te warm is. Dan is het terug richting de 190. Daar volgen we deze en komen toch wel een aantal heel opmerkelijke en mooie zichten tegen. Deze 190 die het Sierra Nevada gebergte in 2 splitst, brengt ons naar Olancha, een klein dorpje met enkele honderden inwoners. Eens daar gekomen is het wat onduidelijk waar we moeten zijn. De weg rechtdoor loopt blijkbaar over in de 136 en geeft volgens mijn GPS ook dezelfde straat naam weer. Echter dit blijkt het verkeerde adres te zijn. Want we moeten aan de 395 zijn. Dan maar een eind terug. Ondertussen is het al over zes uur en begint het te schemeren. Dat is eigenlijk de eerste keer dat we zo gaan aankomen. In Olancha komen we rond half zeven aan. In een soort van camping met vaste bungalows en tipi’s melden we ons in een barak met receptie en mini supermarkt aan. Aangezien het toch wat kouder is vragen we of we onze tipi niet kunnen omruilen naar een vaste slaapplaats. En gelukkig hebben ze nog een vakantiehuisje over. Wij liggen daar met vier Karin, Chantal, Luk en ik. Ina, Erwin en Marc hebben een huisje dat al eerder was vastgelegd. Heel de plaatst is enorm gezellig. In ons huisje verfrissen we ons en genieten van de aperitief welke we daarvoor in de mini supermarkt hebben gekocht. Met wat pinten en wat Jack kunnen we ons al opmaken voor de avond. Daarna gaan we naar een gemoedelijke camping restaurant. Daar is de man van één van de receptionisten die ons bedient en voor ons kookt. Het gaat er allemaal heel smooth en vriendelijk aan toe. Het eten is daar te nemen en voor de drank kunnen terecht in de supermarkt. Dus daar lopen we nog even naar toe om ons te voorzien. Waar kom je dat nog tegen dat je op restaurant je eigen drank mag mee brengen. Ok, het is wel in hun supermarktje gekocht, maar toch. Na de menu kaart te hebben gezien, kiezen we voor een lekkere steak. Het eten is er allemaal wel lekker. We blijven daar nog wat gezellig zitten, maar krijgen op ons gebruikelijke uur het toch weer moeilijk om wakker te blijven. Wat wil je als je zo’n hele dag aan het rijden bent en vooral dat je zoveel in je opneemt van dit geweldige avontuur. Daarom verbaast het natuurlijk niet dat we om 11 uur gaan slapen.

 

Day 11: Death Valley

Las Vegas 160 – Pahrump  –   190 Dante View – 190 – Zabrieski Point – Mesquite Flat Sand – Olancha (258 miles)

Olancha RV Park and Motel
1075 Highway 395,
Olancha (California), CA 93549
T. +17607640023